Denk bijvoorbeeld aan een nieuw bestemmingsplan of een wijziging- of afwijking van het bestemmingsplan, waardoor bijvoorbeeld voor woningen het woongenot zodanig wordt aangetast dat de woning in waarde daalt. Voor bedrijven geldt dat naast waardedaling van het bedrijf ook omzet- en inkomensschade kan optreden als gevolg van de wijziging van een bestemmingsplan.
Het kan gaan om schade als gevolg van een planologische wijziging in de omgeving van uw perceel (indirecte planschade) of om schade als gevolg van een planologische wijziging op uw perceel (directe planschade). Deze planologische wijziging dient een verslechtering te zijn ten opzichte van het vorige bestemmingsplan.
Daarnaast moet er nog aan een aantal andere voorwaarden voldaan zijn. Bij indirecte planschade geldt dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt indien de schade ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voorzienbaar was. Ook wordt de schade niet vergoed indien deze tot het normale maatschappelijke risico behoort. Sowieso wordt bij indirecte schade een korting van 2 % van de waarde van de onroerende zaak voor de planologische wijziging toegepast. Onderzocht dient te worden of een hogere drempel of een hogere korting dient te worden toegepast. Ook indien reeds op andere wijze in de schade is voorzien wordt deze schade niet vergoed. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld het gratis in eigendom verkrijgen van voorzieningen teneinde de aantasting van he woongenot tegen te gaan.
Bij directe planschade speelt het leerstuk van de passieve risicoaanvaarding een belangrijke rol. Indien er voortekenen zijn dat bebouwing- en/of gebruiksmogelijkheden op het eigen perceel ten nadele gaan wijzigen dienen concrete pogingen te worden ondernomen om deze mogelijkheden alsnog te realiseren. Doet men dit niet dan blijft de daaruit voortvloeiende schade voor eigen rekening.