Tel: +31 (0) 513 650 665
info@langhoutwiarda.nl
  • Kennisbank keuzemenu
  • Nieuwsbrief
  • Cliënten omgeving
Langhout & WiardaLanghout & WiardaLanghout & WiardaLanghout & Wiarda
  • Home
  • Bestuursschade
    • Planschade
      • Planschaderisicoanalyse
      • Adviseur (schade beoordelingscommissie)
      • Second opinion
      • Contra expertise
      • Planschademanagement
      • Workshop
      • Bijstand in schadeprocedures
      • Wetgeving planschade
    • Onteigening
    • Nadeelcompensatie
    • (on) zuiver schadebesluit
    • Workshop planschade (voorbeeld)
    • Rechtsbijstandsverzekering
    • Online dienstverlening
      • Online cursus planschade
        • Beginners (onder bewerking)
        • Online cursus planschade, verdieping (onder bewerking)
      • Digitale nieuwsbrief
      • Recht op planschadevergoeding
      • Behandelschema aanvraag planschade
      • Kennisbank keuzemenu
      • Online workshop
  • Omgevingsrecht
    • Bestemmingsplanprocedure
    • (Omgevings) vergunningen
    • Begeleiding bij procedure vergunningen
    • Ecologie
    • Handhavingsprocedures
    • Planologische afwijkingsbesluiten
    • Rechtsbijstandsverzekering
    • Nieuwe omgevingswet
      • Omgevingswet
      • Invoeringswet omgevingswet
      • Besluiten omgevingswet
  • Blog
  • Over ons
    • Ted Langhout
  • Contact

    AbRS 22 februari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV6509, Voorzienbaarheid St-Michielsgestel (plannen derden)

    201103979/1/A2.
    Datum uitspraak: 22 februari 2012

    AFDELING
    BESTUURSRECHTSPRAAK

    Uitspraak op het hoger beroep van:

    [appellant], wonend te Sint-Michielsgestel,

    tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 1 maart 2011 in zaak nr. 10/314 in het geding tussen:

    [appellant]

    en

    het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel.

    1. Procesverloop

    Bij onderscheiden besluiten van 14 juli 2009 heeft het college ter vergoeding voor planschade aan [belanghebbende A] een bedrag van € 8.000,00 en aan [belanghebbende B] een bedrag van € 20.000,00 toegekend.

    Bij besluit van 8 december 2009 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

    Bij uitspraak van 1 maart 2011, verzonden op 3 maart 2011, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 april 2011, hoger beroep ingesteld.

    Het college heeft een verweerschrift ingediend.

    [appellant] heeft nadere stukken ingediend.

    De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 december 2011, waar [appellant] in persoon, het college, vertegenwoordigd door drs. T. Diebels, werkzaam bij de gemeente, [belanghebbende A] in persoon en [belanghebbende B] in persoon, bijgestaan door mr. B. de Jong, zijn verschenen.

    2. Overwegingen

    2.1. Ingevolge artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO), zoals dit artikel luidde ten tijde hier van belang en voor zover hier van belang, kent het college, voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van een besluit omtrent vrijstelling krachtens artikel 17 of 19 van de WRO schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

    2.2. Of sprake is van voorzienbaarheid moet worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag of ten tijde van de aankoop van de onroerende zaak voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt. Voor voorzienbaarheid is niet vereist dat een dergelijk beleidsvoornemen een formele status heeft.

    2.3. [belanghebbende A] is sinds 19 november 1991 eigenaar van het perceel met woning [locatie 1] en [belanghebbende B] is sinds 28 november 1991 eigenaar van het perceel met woning [locatie 2]. Zij hebben verzocht om vergoeding van planschade ten gevolge van een bij besluit van het college van 20 december 2004 verleende vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de WRO van het door de raad op 24 september 1981 vastgestelde bestemmingsplan “Bedrijventerrein Venkant”, met gebruik waarvan bouwvergunning is verleend voor de bouw van een bedrijfsruimte met showroom en kantoor op een nabij hun woningen gelegen perceel op de hoek Hoogstraat/Bosschebaan te Sint-Michielsgestel, kadastraal bekend sectie G, nr. 1162 (hierna: perceel 1162).

    [appellant], de aanvrager van de vrijstelling en bouwvergunning, heeft met de gemeente een overeenkomst gesloten, waarbij hij zich heeft verbonden door het college toe te kennen vergoedingen voor planschade ten gevolge van de vrijstelling voor zijn rekening te nemen.

    2.4. [appellant] betoogt dat de rechtbank, door te overwegen dat de planologische verandering voor [belanghebbende A] en [belanghebbende B] niet voorzienbaar was, heeft miskend dat de planologische verandering voor hen ten tijde van de koop van hun percelen voorzienbaar was op grond van voorbereidingsbesluiten van 23 december 1976 en van 26 april 1979 en het door de raad op 24 september 1981 vastgestelde Structuurplan Sint-Micielsgestel. Hij voert verder aan dat de voormalige eigenaren van perceel 1162 en bewoners in de omgeving daarvan al jaren op de hoogte waren van zijn nieuwbouwplannen en dat daarom niet aannemelijk is dat [belanghebbende A] en [belanghebbende B] daarmee niet bekend waren ten tijde van de koop van hun percelen.

    2.4.1. Het betoog faalt. De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat [belanghebbende A] en [belanghebbende B] ten tijde van de koop van hun percelen in 1991 niet op basis van concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt konden voorzien dat op perceel 1162 een bedrijfspand zou kunnen worden gerealiseerd. Daarbij heeft de rechtbank terecht in aanmerking genomen dat het op 24 september 1981 door de raad vastgestelde bestemmingsplan “Bedrijventerrein Venkant” het resultaat vormde van het eveneens op die datum door de raad vastgestelde Structuurplan Sint-Michielsgestel en dat ingevolge het bestemmingsplan perceel 1162 deel uitmaakte van een 50 m brede strook grond met een agrarische bestemming die diende ter afscherming van het bedrijventerrein. Zij heeft verder met juistheid overwogen dat aan de voorbereidingsbesluiten niet de door [appellant] gewenste betekenis kan toekomen, reeds omdat deze zijn genomen ter voorbereiding van het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Venkant”. De rechtbank heeft voorts met juistheid overwogen dat de omstandigheid dat [appellant], zoals hij heeft gesteld, jarenlang heeft geprobeerd bedrijfsbebouwing op perceel 1162 te realiseren en dat de voormalige eigenaren van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] en omwonenden daarmee bekend waren, niet van belang is, reeds omdat daarmee niet is gegeven dat ten tijde van de koop het college of de gemeenteraad bereid waren aan die plannen medewerking te verlenen. Deze plannen en de daarover gevoerde correspondentie tussen [appellant] en het college zijn geen bekend gemaakte concrete beleidsvoornemens waaruit [belanghebbende A] en [belanghebbende B] ten tijde van de koop konden en moesten begrijpen dat het gemeentelijke ruimtelijke beleid erop was gericht om op perceel 1162 bedrijfsbebouwing planologisch mogelijk te maken.

    2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

    2.6. Voor een planschadeveroordeling bestaat geen aanleiding.

    3. Beslissing

    De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

    Recht doende in naam der Koningin:

    bevestigt de aangevallen uitspraak.

    Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, ambtenaar van staat.

    w.g. Koeman w.g. Oranje
    lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

    Uitgesproken in het openbaar op 22 februari 2012


    bron: www.rechtspraak.nl

    Langhout & Wiarda

    Langhout & Wiarda juristen en rentmeesters is een landelijk werkend adviesbureau. In 2017 is het kantoor 30 jaar werkzaam op het gebied van bestuursschade, waaronder , planschade, nadeelcompensatie, (on)zuivere schadebesluiten, milieu-maatregelschades en onteigening. Ook omgevingsrecht behoort tot het specialisme vanwege de vele raakvlakken met onder ander het planschaderecht en onteigeningsrecht.

    Langhout-Wiarda-footer-logo

    Laatste nieuws

    • Omgevingswet wederom uitgesteld. Beoogde invoeringsdatum nu 1 juli 2023.
    • NEPROM vraagt Eerste Kamer om inwerkingtreding Omgevingswet uit te stellen tot 1 januari 2025
    • Planschade en Woz-waarde
    • Inwerkingtreding Omgevingswet
    • Planschade: Voorzienbaarheid van planschade te beperkt benaderd.

    Social media

    Volg Langhout & Wiarda op de sociale media om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws op het gebied van bestuursschade & omgevingsrecht.

    Nieuwsbrief

    Contact informatie

    Openingstijden kantoor
    Maandag – Vrijdag: 09:00 tot 17:00
    Zaterdag: Gesloten
    Zondag: Gesloten

    Voor opening op en om feestdagen raadpleeg de website.

    Bezoek- en postadres
    Heidelaan 15B, 8453 XG, Oranjewoud

    Email
    info@langhoutwiarda.nl

    Telefoon
    +31 (0) 513 650 665

    • Privacybeleid
    • Algemene Voorwaarden
    • Disclaimer
    Copyright 2020 IKRAFT | All Rights Reserved
    • Home
    • Bestuursschade
      • (on) zuiver schadebesluit
      • Nadeelcompensatie
      • Online dienstverlening
      • Onteigening
      • Planschade
      • Rechtsbijstandsverzekering
      • Workshop planschade (voorbeeld)
    • Omgevingsrecht
    • Blog
    • Over ons
    • Kennisbank keuzemenu
    • Contact
    • Privacybeleid
    Langhout & Wiarda