De WOZ-waarde en de verlaging van deze waarde kunnen doorwerken in een planschadeprocedure. In de eerste plaats bij bepaling van de omvang van de schade en in de tweede plaats bij de taxatie van de waarde van de onroerende zaak vóór of na de planologische wijziging.
Bij de omvang van de schade speelt de verlaging van de WOZ-waarde, naar aanleiding van bezwaar in verband met gewijzigde omgevingsfactoren, een rol indien de verlaging van de WOZ-waarde aanmerkelijk afwijkt van de hoogte van de planschade. Uit de jurisprudentie volgt dat onder die omstandigheden van het college kan worden verlangd dat het zijn besluit van een nadere motivering voorziet. Zie bijvoorbeeld AbRS 9 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3726.
Een aanmerkelijk verschil tussen de verlaging van de WOZ-waarde en de hoogte van de planschade zal lastig te motiveren zijn, indien de feitelijke situatie niet of nauwelijks afwijkt van de planologisch meest ongunstige situatie. Bij de WOZ-taxatie is de feitelijke situatie in beginsel uitgangspunt en bij een planschadetaxatie de planologisch meest ongunstige situatie voor en na de planologische wijziging.
Voor wat betreft de relatie tussen de Woz-waarde en de waarde vóór de planologische wijziging het volgende. Mijns inziens zou aan de Woz-waarde bij de bepaling van de waarde voorafgaand aan de planologische wijziging een meer doorslaggevende betekenis kunnen worden toegekend in een planschadeprocedure. Ter motivering van deze stellingname wijs ik er op dat een onherroepelijk vastgestelde Woz-waarde, ook een wettelijke taxatie, formele rechtskracht heeft. Deze wordt voor wat betreft de wijze van totstandkoming en inhoud juist te zijn. Zo deze waarde niet juist is kan daartegen bezwaar worden gemaakt.
Het verschil tussen een Woz-taxatie en een planschadetaxatie is in zijn algemeenheid dat bij de eerste niet wordt getaxeerd op basis van planmaximalisatie maar dat aan feitelijke omgevingsfactoren meer betekenis wordt toegekend. Daar waar de feitelijke omgeving niet of nauwelijks afwijkt van een maximaal ingevuld planologisch regime zou uiteraard, onder een eventueel nodige indexering naar de peildatum, deze waarde in beginsel doorslaggevend kunnen zijn. Deze waarde wordt immers geacht juist te zijn.
Voorzover als gevolg van bezwaar de Woz-waarde wordt aangepast in verband met de planologische wijziging en de feitelijke uitvoering daarvan geldt een en ander niet onverkort. Bij een verschil tussen de verlaging van de Woz-waarde en de mate waarin planschade is opgetreden geldt zal dit uiteraard wel dienen te worden gemotiveerd.
Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met Ted Langhout. Tel. 0654954780 of email: tapl@langhoutwiarda.nl.
Uitgebreide informatie op het gebied van het planschaderecht vindt u op de website van Langhout & Wiarda in de kennisbank planschade.