Bij directe (nadelige wijziging op eigen perceel) en indirecte (nadelige wijziging in de omgeving van het eigen perceel) planschade dient verschillend te worden omgegaan met planmaximalisatie.
Bij indirecte planschade geldt als hoofdregel de maximale invulling van het oude en het nieuwe regime. Op deze hoofdregel wordt een uitzondering gemaakt indien maximale invulling met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid valt uit te sluiten. De uitzonderingen bestaan in hoofdzaak uit twee groepen. De Afdeling noemt in dit kader in haar uitspraken milieuhygiënische beperkingen dan wel andere omstandigheden (AbRS 7 november 2007, nr. 200702220/1), en feitelijke of juridische belemmeringen (AbRS 30 mei 2007, nr. 200609211/1 en AbRS 27 december 2006, nr. 200603619/1). De Afdeling legt de lat evenwel hoog en wijkt niet snel af van de hoofdregel van maximale invulling.
Voorts wijs ik nog wel op de uitspraak van de Afdeling 9 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:372, waarin de Afdeling aangeeft dat de maximale invulling niet slechts een theoretische mogelijkheid is. Ook wijs ik op AbRS 11 april 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW1605, waarin de Afdeling tot een redelijke invulling overgaat (overweging 2.5.1). Ik verwacht evenwel dat aan deze laatste twee uitspraken geen algemene werking toekomt.
Bij directe planschade speelt nog een extra aspect een rol in het kader van de maximale invulling. Zie AbRS 8 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:60210, waarin de Afdeling overweegt:
“10. 2. In dit geval gaat het om een taxatie van (directe) schade als gevolg van een planologische verandering op het eigen perceel van de aanvrager, waarbij, anders dan bij een taxatie van (indirecte) schade als gevolg van een planologische verandering op de gronden van derden, van belang is of en zo ja, in hoeverre het realiseren van de maximale mogelijkheden van het oude planologische regime was te verwachten en rendabel zou zijn geweest. De aanvrager lijdt slechts schade, indien en voor zover de desbetreffende onroerende zaak als gevolg van de planologische verandering in zijn hoogste waarde is aangetast.”
Bij directe planschade dient dus ook te worden onderzocht of de maximale invulling wel tot een meerwaarde leidt.